|
|
Uiteindelijk besluiten we te gaan trouwen. Dwayne wil altijd vader worden en ook over babies praten we regelmatig. Ik stel me dat voor als een grote roze wolk en het ultieme plaatje van romantiek. En ik wacht eigenlijk tot Dwayne een baan vindt die hij kan vasthouden voor langer dan een half jaar, zodat het allemaal nog wat stabieler wordt. We gaan alvast bij het stadsdeelkantoor om het trouwen te regelen. De ambtenaar vindt ons schattig samen en geeft aan dat we leuk bij elkaar passen. Dwayne stelt voor om diezelfde dag nog een kat te gaan halen bij het asiel. Bij wijze van proefbaby. Ik vind huisdieren gezellig en dus gaan we naar het asiel. We rijden er weg met Eddie, een Cypertje. Ik doop hem om tot Gio, naar een Antilliaanse zanger.
In deze periode zweef ik een meter boven de grond. Ik heb een lijstje met zaken om te regelen voor het trouwen. En ook al is onze trouwdag over een klein jaar, het is heerlijk om er over te mijmeren en voorbereidingen te treffen. Dwayne werkt inmiddels in een gerenommeerd hotel in de stad en het loopt daar, op wat kleine strubbelingen na, lekker. Het gekke is dat soms, wanneer hij thuis komt van het werk,
hij mij vindt terwijl ik onbedaarlijk zit te huilen. Ik kan het niet uitleggen maar ik ben blij en verdrietig tegelijk over onze liefde en huil om beide. Het lijkt Dwayne op de kast te jagen bij tijd en wijlen.
Bijna twee maanden later, sleep ik Dwayne mee naar de drukkerij in het winkelcentrum beneden. Ik geef aan dat we trouwkaartjes zoeken en krijg drie dikke boeken in mijn handen gedrukt. We bladeren hierdoor, maar Dwayne is niet te genieten. De laatste dagen is hij wel vaker chagrijnig en ik begrijp er niets van. Als Dwayne dan nog eens uitvalt over het lettertype, is het genoeg. Ik vraag de wat verbaasde drukker of ik de boeken even kan lenen en kan meenemen naar ons appartement. Deze knikt sprakeloos. Met de boeken lopen we terug naar huis.
Eenmaal thuis gekomen, begint Dwayne te huilen. Ik kijk hem aan en ik word me eindelijk bewust van de baksteen op mijn maag die daar toch eigenlijk al een tijdje moet zitten. "Wat is er?", vraag ik hem voorzichtig. Dwayne schudt zijn hoofd. "Uiteindelijk kom ik er toch achter", zeg ik hem zelfverzekerd. Hij kruipt in bad maar blijft huilen. Uiteindelijk zegt hij me dat hij vreemd is gegaan. Met een stewardess in het hotel. Het was maar een nacht, en hij voelde niets voor haar. Ze leek zelfs sterk op mij. Ze had hem verleid om wat wiet te roken op haar kamer. En zo was het gekomen. Ik wist het diep in mijn hart al, maar bevestiging krijgen is altijd anders. Ik ben kwaad en verdrietig. Ik laat hem achter, snikkend in zijn badwater en ga naar mijn zus.
Wanneer ik terug kom, is hij naar zijn werk. Ik laat de conciërge de sloten op de deuren veranderen en pak zijn kleren in, in een vuilniszak. Dit alles onder toeziend oog van een verbaasde Gio. Dwayne blijft die nacht slapen bij diezelfde vage vriend van hem als waar hij mee uit ging de eerste avond. Ik huil de dagen aan elkaar. Om alles compleet te maken, is mijn nieuwe baan helemaal niet wat ik ervan had gehoopt. En lijkt mijn baas zijn vooroordelen tegen vrouwelijke Account Managers bevestigd te zien. Al mijn houvast in de wereld lijkt tussen mijn vingers door te glippen. Onze liefde leek voorbestemd vanaf de eerste keer dat onze blikken kruiste, maar blijkbaar is die dat niet.
We blijven een aantal maanden uit elkaar, maar ik mis hem enorm. Hij heeft inmiddels een kamer in een oud huis in het Statenkwartier. Er wordt stevig verbouwd, maar het huis is wel mooi. We houden contact en zijn uiteindelijk weer vriendje en vriendinnetje. Na een viertal maanden wonen we weer samen. Geleidelijk aan gaat het weer langzaam mis: af en toe betrap ik hem op kleine leugens en vind ik wiet in zijn jas- of broekzakken. Hij verstopt pornovideos in zijn kast en heeft regelmatig zijn broekzakken vol met telefoonnummers met spannende meisjesnamen erbij. "Collega's", houdt hij vol, "om te kunnen overleggen of diensten te kunnen ruilen". We ruziën, en daarna knuffelen we een hele dag of nacht en dan is alles weer goed. Of lijkt het weer goed.
Mijn ogen gaan steeds verder open. Over de maanden gebruikt hij steeds meer wiet. Soms wel vier blowtjes op een dag. Het maakt hem apathisch en soms bot. En iedere vrouw op straat lijkt wel een concurrente van me in de race om zijn aandacht. Ik ben zo paranoïde aan het worden van hem dat ik de indruk krijg dat hij zelfs in mannen seksueel geïnteresseerd is. Hij heeft verder schulden opgebouwd in een factor 10 van zijn salaris. Wanneer hij uiteindelijk tegen mijn zin in een neefje laat inschrijven op ons adres zodat deze een uitkering kan krijgen is de maat vol. Ik heb inmiddels een hekel aan mezelf gekregen omdat ik wel een superdetective met continue PMS lijk. En iedere dag houd ik mijn adem in over wat voor nieuwe drama's zich die dag weer zullen ontvouwen. En na vele gesprekken met mijn moeder, mijn zus en een paar goede vriendinnen, is het zover. Na vijf jaar gaan we uit elkaar.
En na dit allemaal vertelt te hebben, ga ik met een schone lei beginnen. Ik wens iedereen veel liefde en romantiek toe!